Alle berichten van Routard

Beveiliging voor de wal

Het vertrouwen van binnenvaartschippers in de medemens is groot. Het schip legt aan en de schipper stapt van boord in de zekerheid dat het schip veilig is. Van diefstal is bijna geen sprake. Beveiliging op de kade is er niet. Bij de zeevaart is het anders geregeld. De IMO (International Maritime Organization) verplicht de havens port security te garanderen voor de schepen die de havens aandoen. De binnenvaartschepen die in dezelfde havens laden en lossen vallen niet onder deze regeling.

De grote riviercruiseschepen ook niet. Met het gevolg dat onbevoegden sneaky aan boord kunnen stappen en hun slag kunnen slaan. Of erger.

Beveiliging moet ook geregeld voor de binnenvaarthavens. Wachten tot er iets gebeurt is geen optie. De cruisers kunnen hun verantwoordelijkheid nemen en zelf voor de veiligheid van de passagiers en bemanning zorgen. Hoe je het schip goed kunt beveiligen weet de Maritieme Academie. Zij hebben hiervoor een speciale training.

truus den hartog

18 januari 2018

Rivercruisevaart big business …

De sterk groeiende markt van riviercruises wereldwijd en op de Rijn en Donau in het bijzonder vraagt om nieuwe schepen en nieuw personeel. De nieuwe schepen rollen regelmatig van de helling en zijn nog luxer en mooier, soms groter dan de vorige. Met groter is dan bedoeld de capaciteit van de passagiers. Meer passagiers vraagt om meer personeel. En dat is vanwege de snelle ontwikkeling van de cruisemarkt schaars geworden. Personeel uit de Oostbloklanden gaan via een slimme constructie (Cyprus) aan de slag op de schepen. Technisch personeel wordt door eigen mensen van de rederij op het gewenste niveau gebracht.

De meeste nieuwe schepen zijn uitgerust met Azipod-motoren. Varen met deze motoren vereist een andere manier van manoeuvreren dan op de conventionele schepen. Onvoldoende ervaring in het omgaan met dit type motoren kan ongelukken tot gevolg hebben. Gezien de toename van het aantal riviercruises wordt de veiligheid voor de scheepvaart op met name de Rijn en de Donau op de proef gesteld.

Het aantal bemanningsleden aan boord van de cruiseschepen is beduidend hoger dan op de vrachtschepen. Daarbij komt het verschil in cultuur en het verschil in de beheersing van de talen. Crowdmanagement beheersen is een vereiste om de veiligheid van passagiers en bemanning te waarborgen.
Hoe veilig is het nog op de cruiseschepen? Is opleiding en training ondergeschikt aan het commercieel gewin? Ik hoop het niet, maar er hebben al verschillende incidenten plaats gevonden die -misschien- te wijten zijn aan een gebrek aan kennis en/of vaardigheid.
truus den hartog
18 januari 2018

Full Mission Simulator Binnenvaart in de ‘picture’

Tijdens de goed bezette bijeenkomst ‘Bedienen van bruggen; oog voor blinde vlekken’ georganiseerd door ‘Water Ontmoet Water’ (WOW) te Utrecht is de Full Mission Simulator Binnenvaart in het zonnetje gezet. De bijeenkomst op 6 april jl. was bestemd voor allen die met het goed functioneren van de bruggen in Nederland te

maken hebben, zoals brugwachters, vertegenwoordigers van de provincies, leidinggevenden, medewerkers ingenieursbureaus. Tussen de plenaire zittingen en de workshops was er gelegenheid de presentaties op de ‘markt’ te bekijken. Veiligheid staat voorop, dat werd wel duidelijk gemaakt. Eye tracking werd gedemonstreerd over onbewust kijkgedrag, Waternet was aanwezig met als onderwerp plaatsing van de camera’s bij de bruggen, VHP test de individuele kwaliteiten van brugwachters door het meten en ontwikkelen van competenties.

Waarom de FMS-Binnenvaart?

Ook de simulator kan bijdragen aan de vergroting van de veiligheid van bruggen. Door bijvoorbeeld trainingen in de communicatie tussen brugwachters en schippers. Maar ook door bij de renovatie of nieuwbouw van bruggen eerst op de simulator de functies te testen. Een goed voorbeeld is de test van de renovatie van de Stationsbrug in Franeker (zie de korte PPT).

De belangstelling was groot. Patrick Randel (manager Nova Contract) heeft toegelicht en uitgelegd waar we voor staan: een bredere bekendheid van de vele mogelijkheden van de Full Mission Simulator Binnenvaart in Harlingen.

truus den hartog

FM Simulator Binnenvaart

Rijkswaterstaat op bezoek in Harlingen

In het noorden is Rijkswaterstaat hard bezig aan een opwaardering van o.a. het Prinses Margrietkanaal van Lemmer naar Delfzijl. Bruggen moeten aangepast aan de nieuwe tijd en de steeds maar groter wordende binnenvaartschepen. Het kanaal is vooral voor het vrachtvervoer over water van groot economisch belang. Geld is daarmee gemoeid. Veel geld. Kort geleden is de brug in Franeker vernieuwd met voorafgaand een bijzonder onderzoek in opdracht van de Provincie Friesland, uitgevoerd door de Maritieme Academie Harlingen. De vraag was of de berekeningen klopten dat een binnenvaartschip van 110 meter moeiteloos de bocht naar de brug kon nemen. Bij de test op de Full Mission Simulator Binnenvaart bleek dat niet het geval. Een gedeelte van de oever moest aangepast om zonder brokken door de brug te komen. Resultaat een besparing van vele tonnen aan herstelwerkzaamheden achteraf. Eddie Huisman – nautisch adviseur Rijkswaterstaat – was geïnteresseerd in de toepassingen voor de werken die Rijkswaterstaat in de planning heeft. Op 14 februari kwam een groep van 6 mensen kijken en zag hoe Jörn Boll – deskundige binnenvaartsimulator – allerlei verschillende situaties op het scherm toverde en uitleg gaf over het nut van testen vooraf. Aan het eind van de middag was iedereen overtuigd. Arjen Mintjes sloot af en benadrukte nog eens dat het uiteraard een investering is om gedeeltes van bijvoorbeeld het Prinses Margrietkanaal in te programmeren en testen uit te voeren. Echter de investering wordt er ruimschoots uitgehaald wanneer het ongelukken en aanpassingen achteraf kan voorkomen. Kortom een leerzame en zinvolle middag.

14 februari 2017

IMG_1663IMG_1662

Spanning is de toekomst

Spanning in het onderwijs

‘Vergelijken we de situatie van de technische ontwikkelingen in Nederland met de Tour de France, dan rijden wij net voor de bezemwagen uit’, aldus Ton Vaes, elektro-expert en docent Maritieme Academie IJmuiden. We staan op de drempel van revolutionaire ontwikkelingen. De elektrische voortstuwing staat in de praktijk nog in de kinderschoenen. Degenen die ervoor kiezen zijn de pioniers te vergelijken met de ontwikkelaars van de eerste mechanisch voortbewogen ‘koetsen’ aan het einde van de 19e en begin 20ste eeuw.

Operatie Boeggolf

Het wetenschapsniveau in Nederland is hoog en behoort tot de tien beste in de wereld, maar de toepassing van de wetenschappelijke resultaten in de praktijk blijkt een ander verhaal. In een aantal  projecten werken bedrijfsleven en wetenschap intensief samen. Het Boeggolf project was een samenwerking tussen TNO, TU Delft en Waternet (Amsterdam). Waternet heeft in 2011 en 2012 vijf van haar vaartuigen uitgerust met schone motoren. Er zijn metingen gedaan aan deze vaartuigen qua uitstoot en vaarprofielen. De kennis die met dit project is verkregen, is gedeeld met leveranciers, rondvaartbranche, kennisinstituten, gemeentelijke diensten en andere overheden. Het project is intussen beëindigd en wordt nu voortgezet gedurende tien jaar. Er wordt gekeken naar standaardisatie aandrijving, levensduur aandrijving, verbetering van de accu’s, energiebesparing op de hele keten etc.. TNO en de TU Delft bedenken en ontwerpen de een na de andere verbetering. De vorm van de romp, de plaatsing van de batterijen in het schip, de optimalisering van de accu’s, de stabiliteit bij de vervanging van de dieselmotoren door elektrisch aangedreven motoren, etc.. En ook deze kennis wordt weer gedeeld.

Nieuwe varen

Te ervaren hoe het is een elektrisch voortgedreven schip te sturen is een bijzondere ervaring. De rondvaartschippers in de Amsterdamse grachten weten er alles van. Amsterdam heeft zich ten doel gesteld in 2025 de grachtengordel emissievrij te laten zijn. Rondvaartrederijen doen er alles aan de schepen om te bouwen en het personeel op te leiden in het omgaan met elektrische voortstuwing. ‘Ik mis het geluid van de dieselmotor’, zegt een leerling weemoedig en ‘historische schepen van honderd jaar oud moesten niet verplicht omgebouwd worden’.  En toch gebeurt het in Amsterdam. Schepen die in een beperkt gebied varen zijn uitstekend geschikt voor volledig elektrische voorstuwing. Zij kunnen wel regelmatig voor langere tijd afmeren bij een laadstation in tegenstelling tot de binnenvaart.

Techneuten gevraagd

Tien jaar geleden kozen nog zo een 22000 studenten de richting techniek in het MBO, nu is dat aantal gedaald tot 2200. Een daling van 90%. Wanneer alle studenten HBO-elektro techniek (dus de techneuten en niet de programmeurs en computerspecialisten) in Nederland bij elkaar zijn is het een klasje vol. Het gevolg is dat bedrijven zich vestigen in landen waar technisch personeel voorhanden is, technische bedrijven vacatures niet ingevuld krijgen en de ontwikkeling van nieuwe technologieën die in de praktijk toepasbaar zijn stagneert. Ton Vaes is een van de schaarse docenten elektrotechniek die de ontwikkelingen op de voet volgt. Hij zou wensen dat veel meer jongeren kiezen voor deze richting, waarin volop interessant werk te vinden is. Kiezen voor techniek brengt je leven op spanning.

truus den hartog

info@routard.nl

06 11 010 357

Praktijkexamen Schipper, een mooie carrièreswitch

Je hebt er een grote mate van discipline voor nodig en het is hard werken, maar het kan wel. In één jaar is het mogelijk het schippersdiploma te behalen, wanneer je ouder dan 21 jaar bent. Volgens de informatie van het CBR/divisie CCV zijn in 2014 in totaal 180 vaarbewijzen voor schippers afgegeven. Het aantal is de laatste jaren iets minder geworden, in 2012 waren het er nog 184. Het Praktijkexamen Schipper is twee jaar geleden opgezet door het Onderwijscentrum Binnenvaart (OCB), dat per 1 maart jl. is opgeheven. Het afnemen van de praktijkexamens , is in 2014 gegund aan het Nova College/Maritieme Academie Holland. Helen van Willenswaard, voorheen werkzaam bij het OCB is na de teloorgang van het OCB overgegaan naar de Maritieme Academie, waar zij haar inzet voor de Praktijkexamens Matroos en Schipper voortzet. Zo een tien kandidaten per jaar voor het Praktijkexamen Schipper heeft Helen van Willenswaard nu onder haar hoede bij de Maritieme Academie.
Het Praktijkexamen Schipper voor wie?
Het Praktijkexamen is bedoeld voor degenen die aan een carrièreswitch toe zijn, zonder baan zijn geraakt en wel of niet door het UWV een omscholingstraject starten of die gewoon een droom willen verwezenlijken. De kandidaten zijn over het algemeen tussen de 26 en 52 jaar. Na de inschrijving en het voldoen van de financiële verplichting ontvangt de kandidaat de inlogcode en kan hij/zij aan de slag. In de informatie wordt gewezen op de te behalen verplichte theorie-examens bij het CCV, die de kandidaat zelf moet aanvragen. Dit valt buiten de Praktijkexamens en is de eigen verantwoordelijkheid van de kandidaat. De kandidaat kan wel altijd met vragen hierover terecht bij de begeleider van het Nova College/Maritieme Academie. De in te dienen portfolio voorafgaand aan de praktijkexamens worden beoordeeld door een assessor van de Maritieme Academie. Tijdens de verplichte 180 vaardagen – meestal worden het er meer – aan boord van een door STL erkend leerschip worden de praktijkexamens afgenomen. Drie op het examenschip ‘ Emeli’ en één examen op de full mission simulator in IJmuiden. Ton Boere begeleider op afstand bij de Maritieme Academie houdt goed de vinger aan de pols of de kandidaat voldoende doorwerkt en het portfolio op tijd inlevert. ‘Zij krijgen het niet cadeau’. Hij motiveert en stimuleert om door te gaan. En hij weet hoe het is. Als econoom zijn carrière begonnen heeft hij de overstap gemaakt naar een carrière in de binnenvaart. Na jarenlang met een eigen passagiersschip gevaren te hebben is hij nu freelance schipper en begeleider van aankomende matrozen en schippers. Met name de theorie-examens van het CCV vormen nog wel eens een struikelblok. Waar vind ik de informatie, de boeken, waar kan ik de vragen stellen. Tenslotte vallen de verplichte CCV examens, zoals vermeld buiten het traject Praktijkexamen Schipper. In de opleiding Praktijkexamen Schipper wordt er hard aan gewerkt de begeleiding zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte van de aankomend schipper.
Full mission simulator
Voor het eerst is het Praktijkexamen afgenomen op de in maart dit jaar geopende full mission simulator in IJmuiden. Voorheen moesten de kandidaten naar het Schiffer-Berufskolleg in Duisburg.

De dag start met een theoretisch gedeelte bijvoorbeeld Reisplanning, waarin de meest economische route naar de bestemmingsplaats wordt vastgesteld, hoeveel lading kan worden meegenomen en welke losafspraak gemaakt moet worden. Wanneer het theoretisch gedeelte besproken is met examinator Peter Geijsel volgt een rondje proefvaren om te wennen aan het schip op de simulator. Het is een 110 meter tankschip dat door allerlei door de examinator ingevoerde situaties geloodst moet worden om de gevraagde toetstermen te tonen. Intussen vinkt de examinator de toetstermen af. Direct na het examen hoort de kandidaat of hij/zij geslaagd is. Is de kandidaat niet geslaagd dan volgt advies en aanwijzingen hoe zich te verbeteren om een volgende keer wel erdoor te komen.
Geslaagd
De eerste kandidaat op de nieuwe simulator was succesvol. Hij gaat zich voorbereiden op het laatste afsluitend examen met aan boord de assessor van het CCV. Als het goed gaat kan hij na de zomervakantie als schipper verder met zijn carrière. Spannend was het wel. Hij was gewend te varen met spitsen van 38 meter in België en Frankrijk en op een 86 meter droge lading schip op de Rijn. Om dan met een schip van 110 meter te varen is toch ‘anders’. Maar zodra je even gewend bent had hij het gevoel werkelijk op het schip te varen en ‘voelde’ de deining. Er werden drie trajecten gevaren met een oplopende moeilijkheidsgraad, waarbij ook een onverwachte calamiteit en/of storing wordt ingevoegd. Het gaat erom stressvolle situaties de baas te blijven en aan de toetstermen te voldoen.
En nu?
Varend met de spits van 38 meter met een snelheid van 4 à 5 km per uur in Frankrijk van de ene sluis naar de volgende voelde hij zich de koning te rijk. Aan de communicatie in het Frans is hij intussen ook aardig gewend. Wat het gaat worden is nog onbekend. Een eigen schip? Of toch in dienst van een bedrijf dat bij voorkeur op Frankrijk vaart. Het lijkt erop dat jongeren meer en meer worden aangetrokken door het varen op de kleine kanalen. De Europese Logistieke Vervoerderscoöperatie (ELV) is op dit terrein actief om zoveel mogelijk stagiaires kennis te laten maken met het varen op de kleinere kanalen.
Eens een schipper altijd een schipper …
Het Praktijkexamen Schipper geeft exact weer wat het is. Tenminste een jaar lang is de aankomend schipper intensief met de praktijk van het varen bezig. Na steeds een periode van minimaal 45 dagen varen en een voldoende portfolio wordt een examen afgenomen aan boord van een door CCV gekeurd examenschip van het onderwijsinstituut met een steeds hogere moeilijkheidsgraad. Kortom er moet aangetoond worden dat de kandidaat het varen beheerst en niet alleen theoretisch. De vaartijd is kort maar wel met een hoog rendement. Er zijn nauwelijks kandidaten die afhaken of het moeten persoonlijke redenen zijn. Na het vierde praktijkexamen in aanwezigheid van een assessor van het CCV ontvangt de schipper de ‘Verklaring Praktijkexamen Vaartijd’ van het CCV en kan de schipper het groot vaarbewijs AB of RKM aanvragen. Dit blijft een levenlang geldig. Eens een schipper altijd een schipper. Je kunt verder met het behalen van het radarpatent, het ADN certificaat of Ondernemer Binnenvaart gaan doen. De basis is er met een mooie toekomst voor de boeg.

http://www.maritiemeacademieholland.nl/cursussen/schipper_binnenvaart_praktijkexamen
http://novacollege.nl/cursus/praktijkexamen-schipper-binnenvaart#praktische-info
truus den hartog/ info@routard.nl/ 0611010357

Praktijkexamen Matroos geen makkelijke opgave

‘Kijk zo doe je dat’. Geduldig doet Joop van Belle de paalsteek voor aan kandidaat matroos Max. Nerveus weet hij even niet de juiste weg te vinden met de einden touw. Meren en ontmeren, ankeren, de machinekamer en andere voorkomende werkzaamheden die matrozen moeten kunnen verrichten waren moeiteloos de revue gepasseerd onder het scherpe oog van assessor Joop. Drie kandidaten stapten woensdagmiddag 6 maart jl. aan boord van MS ‘Emeli’, een schip voor droge lading van 55 meter dat dienst doet als één van de opleidingsschepen van de Maritieme Academie. Het Praktijkexamen Matroos wordt deze keer in Harlingen afgenomen en soms in IJmuiden, de twee vestigingsplaatsen van de binnenvaartschool van de Maritieme Academie Holland. Per dagdeel kunnen vier kandidaten worden geëxamineerd. De vierde kandidaat was op het laatste moment verhinderd. Voordat je opkomt voor het praktijkexamen zijn 60 dagen vaartijd en een voldoende beoordeeld portfolio verplicht. Het praktijkexamen matroos haalt voor zij-instromers de drempel van de vaartijd weg, en biedt daardoor voor velen uitkomst, om welke reden dan ook. Zo is Max al eens begonnen aan de BBL-opleiding, maar is vroegtijdig afgehaakt. Hij gaf de voorkeur aan direct de praktijk in en kan, nu hij ouder dan 19 is, alsnog versneld zijn vaarbevoegdheid halen. Nu vaart hij bij Ortygia Shipping en wil verder voor stuurman/schipper en dan varen met droge lading. Peter de tweede kandidaat was in dienst bij de landmacht. Door een blessure moest hij de dienst verlaten en is toen bij de binnenvaart gekomen. Ondanks de teleurstelling heeft hij het erg naar zijn zin bij de binnenvaart. Via Exho vaart hij op de ‘Greenstream’ van Interstream Barging, waar een op LNG aangedreven generator de elektromotoren voorziet van stroom. Het roer wordt gevormd door vier schottels en dat maakt ankeren overbodig. Het schip wordt door de motoren op haar plaats gehouden. De schipper heeft extra een keer geankerd om het hem te leren. Heel wat anders dan de ‘Emeli’. De derde kandidaat Paul werkte samen met een kunstenaar. Op een gegeven moment moest hij zijn eigen brood verdienen en de beeldende kunst leverde niet genoeg geld op. De binnenvaart is voor hem ideaal. In de twee weken werken kan hij zich opladen voor de twee weken thuis om zich volledig op zijn schilderijen te werpen. In de machinekamer met assessor Peter van Geijsel staat hij even raar te kijken. Dat staat niet op de ‘Greenstream’. Elektrisch varen vergt een totaal andere houding ten opzichte van voortstuwing. Zowel Peter als Paul willen verder voor stuurman/schipper.
Aan het eind van de dag krijgen Peter en Max het goede nieuws dat zij matroos mogen bijschrijven in het monsterboekje. Paul was nog niet alle competenties van een matroos machtig. Hij gaat aan de besproken punten werken en als hij er klaar voor is komt hij op voor een herexamen. Een kandidaat die slaagt voor het praktijkexamen matroos is een startende beroepsbeoefenaar, die in principe op elk schip ingezet kan worden. Het praktijkexamen matroos leidt tussen de 70 en 80 kandidaten per jaar op waarvan 92% gemiddeld slaagt.
Het Praktijkexamen Schipper is een ander verhaal. De studiebelasting is hoger, er is een jaar vaartijd verplicht en de toetsen van het CBR/CCV moeten behaald worden. Tijdens de vaartijd worden vier praktijktoetsen afgenomen, waarvan één op de simulator. Kort geleden werden deze examens afgenomen op het Schiffer-Berufskolleg Rhein in Duisburg, waar een volledig uitgeruste full mission simulator staat. Nu kan het ook op de full mission simulator in IJmuiden en binnenkort (vanaf schooljaar 2015-2016) in Harlingen. Bij de Maritieme Academie Harlingen wordt in de zomermaanden een nieuwe full mission simulator gebouwd, die volledig voldoet aan de eisen gesteld door het CCR (Centrale Commissie Rijnvaart).
Tijdens het praktijkexamen is Helen van Willenswaard vandaag aanwezig. Zij werkte als stuwende kracht bij het OCB (Onderwijscentrum Binnenvaart), dat per 1 maart 2015 is gestopt. De Maritieme Academie heeft Helen gevraagd o.a. de Praktijkexamens Matroos en Schipper te begeleiden in dienst van Nova Contract Maritiem, onderdeel van de Maritieme Academie Holland. Zij heeft snel haar plaats gevonden en werkt zowel in IJmuiden als Harlingen met veel plezier aan het herzien van het lesmateriaal voor VMBO Harlingen en aan nationale en internationale projecten met betrekking op de binnenvaart. ‘Jammer dat het OCB genoodzaakt was te stoppen. Het lesmateriaal verzameld in de loop der jaren, is niet verloren. Het Praktijkexamen Matroos en Schipper is overgenomen door de Maritieme Academie. De succesvolle reclamecampagne wordt voortgezet door de Maritieme Academie Harlingen. En zo heeft het meeste weer een plek gevonden.’ De Praktijkexamens Matroos en Schipper worden na drie jaar goed te hebben gewerkt, opnieuw bekeken en aangepast aan de moderne tijd. Zo zal het elektrisch varen worden opgenomen. Echter de inhoudelijke veranderingen moeten worden afgestemd met het CBR/CCV.

truus den hartog / info@routard.nl / 0611010357

Gepubliceerd in Schuttevaer

Vrouwelijke leerlingen in het binnenvaartonderwijs

Het zijn er niet veel, maar ze hebben het naar hun zin ……
Hoe kom je ertoe als meisje voor een opleiding tot binnenschipper te kiezen? Gewoon, door toeval, doordat je familie in de binnenvaart werkt, doordat een vriend of vriendin het ook doet. De meisjes die die keus maakten zijn er gelukkig mee en blijven ‘aan boord’. Die positieve houding komt naar voren uit enkele interviews met meisjes die voor die opleiding kozen.

Frederica Huizenga werkt vijftien jaar voor de Maritieme Academie Harlingen en behaalde haar diploma in 1986. Zij was één van de eerste drie vrouwen op het toenmalige KOFS. Zij had er geen moeite mee als enig meisje in de klas te zitten, wel met het feit dat zij soms werd voorgetrokken. Maar dat was in de jaren tachtig. Nu worden jongens en meisjes volledig gelijk behandeld. Nog een verschil met die tijd is, dat toen geen stageplekken beschikbaar waren. Huizenga loste dat op door bij haar toenmalige vriend en schipper aan boord te
stappen. Nu zijn stageplekken ruim beschikbaar.

Bloed kruipt
Maxime Zon (15) en Marina Bouma (14) zitten in het derde jaar van het VMBO. Maximes opa voer bij de Holland Amerika Lijn en ook haar broer zit op zee. Maxime koos voor de binnenvaart en wil later op cruiseschepen gaan varen. Marina’s zusje volgde de binnenvaartopleiding en het leek haar ook wel leuk. Enigszins tot haar verrassing bevalt het haar prima. Vooral doordat de nadruk op
de praktijk ligt. Later wil zij als matroos in de binnenvaart werken.
Marthe Haaijer (16) is het enige meisje in het vierde jaar en kwam bij toeval in Harlingen terecht. Zeilen is haar hobby en het moest dus iets worden met water. Bij de waterscouting hoorde zij over de opleiding binnenvaart en nu droomt zij van een eigen bedrijf, misschien wel in de beroepszeilvaart. Het internaat – verplicht vanaf
het derde jaar – noemen zij alle drie een goed leerproces. Je leert verantwoordelijkheid nemen en met elkaar omgaan.

Ondervertegenwoordigd                                                                                        Ondanks alle verbeteringen in stageplekken en voorzieningen kiezen nog weinig meisjes voor de binnenvaart. Op het totaal van 208 leerlingen op het VMBO in Harlingen zijn het er acht. De school kiest bewust voor vrouwelijke leerkrachten. Zo zijn op de huisvesting bootsvrouwen (groepsleidsters) aangenomen en geven twee vrouwen binnenvaartkunde. Sinds kort is Antje Zeldenrust aangenomen als praktijkbegeleidster op het opleidingsschip Emilie. Vanuit de zeilvaart en het sociaal werk voelt zij zich hier volkomen op haar plaats. ‘Meisjes doen vaak extra hun best tegenover de jongen. Qua niveau zijn zij gelijk.’ In het MBO zijn de meisjes ook zwaar ondervertegenwoordigd. De tweeling Nynke en Lotte van Eeks (17)  kwam bij toeval in Harlingen terecht. De HAVO in Appingedam vonden zij maar saai. Elke dag hetzelfde. Zij wilden wat anders. Avontuur en zelfstandigheid. De standaardberoepen zoals verzorging of automonteur vonden zij niet echt avontuurlijk. Niemand in hun familie vaart, maar toen zij iets lazen over de binnenvaartopleiding
wilden ze dat wel eens proberen. Heerlijk vinden zij het, dat er als ‘volwassene’ met je wordt omgegaan. Er ging een nieuwe wereld voor hen open, die erg goed bevalt. Varen, techniek en goede toekomstperspectieven. Lotte vaart nu met droge lading en Nynke met containers. Na de opleiding wil Nynke samen met haar vriend doorgaan voor kapitein en misschien wel een containerschip kopen. Lotte wil ook verder.

Stap in wereld van het varende beroep                                                              Wat moet er gebeuren om meer meisjes te interesseren voor een varend beroep? Volgens Nynke en Lotte is er op scholen veel te weinig aandacht voor varende beroepen. Bovendien is de eerste gedachte, dat dat ‘iets voor jongens’ is. ‘Je moet je staande houden tegenover de jongens. Dat valt echt reuze mee, zo erg is het helemaal niet om in een klas vol jongens te zitten. Je kunt bijvoorbeeld genoeg van jongens leren. ‘Misschien dat op middelbare scholen meer over varen kan worden verteld. Bij ons vertelden ze bijvoorbeeld over loopbanen als automonteur, in de verzorging en dat soort dingen. Niks over varen. Wij willen graag allebei door voor kapitein en waarschijnlijk ook allebei een eigen schip later. Er moet gewoon meer reclame worden gemaakt, desnoods al op basisscholen met filmpjes waardoor mensen de binnenvaart leren kennen. Binnenvaart is veel meer dan alleen maar opgesloten zitten op een schip, veel mensen
denken ook dat je niks hoeft te doen, maar er blijft genoeg te doen en daar zit ook genoeg variatie in. Je moet je ook niet laten weerhouden door het feit dat je misschien niet zo technisch bent, want alles valt te leren! Misschien moet je schippers zoeken die meiden en jongens een dag of enkele dagen willen laten zien wat varen nou eigenlijk inhoudt.’

ADN, een noodzakelijk goed …

Veilig varen daar is iedere binnenvaarder zich wel van bewust. Een goede beroepshouding en professioneel omgaan met lading en schip is uitermate belangrijk voor de veiligheid en houdt tevens het imago van de bedrijfstak hoog. Kennis ligt hierbij aan de basis. Per 1 januari 2011 is het ADN verdrag (European Agreement concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Inland Waterways (ADN)) van kracht dat intussen door de meeste Europese landen erkend is. Ieder schip dat gevaarlijke stoffen in Europa vervoert over binnenlandse wateren is verplicht een Certificaat van Goedkeuring (CvO) aan boord te hebben. Ieder persoon dat betrokken is bij de behandeling en vervoer van gevaarlijke lading moet zijn opgeleid voordat hiervoor de verantwoording genomen wordt. Tenminste één lid van de bemanning moet in het bezit zijn van een ADN certificaat. Tijdens het vervoer van gevaarlijke goederen is de verantwoordelijk schipper tevens deskundige in de zin van het ADN. Het is de taak van de vervoerder (Reder/Ondernemer) om te bepalen welke schipper aan boord de verantwoordelijke is. Dit geldt voor alle landen in Europa die het verdrag hebben geratificeerd .

Noodzakelijk goed
Direct na ondertekening van het ADN verdrag bleek hoe noodzakelijk Europese regelgeving is. Op 13 januari 2011 kenterde het Tankmotorschip Waldhof op de Rijn bij de Lorelei. Als belangrijkste oorzaak is vermeld dat de stabiliteit onvoldoende gewaarborgd was. Mede ten gevolge van het ongeval zijn de ADN voorschriften aangepast en is Stabiliteit per 1 januari 2014 als eindterm in de ADN-opleiding opgenomen en per 1 januari 2015 in de examens geïntegreerd. Hierover wordt nu dan ook een aantal vragen gesteld in zowel het examen van de Basiscursus als bij de Eindtesten van de (5-jaarlijkse) herhalingscursus. (Per 1 juli 2013 is een afsluitende eindtest wettelijk verplicht gesteld bij de 5-jaarlijkse herhalingscursus om de ADN-verklaring te kunnen verlengen. Voorheen was twee dagen geregistreerde aanwezigheid op de cursus al voldoende.)

CBR divisie CCV
Het ADN wordt iedere twee jaar herzien en waar nodig vindt aanpassing plaats. De examenvragen worden vastgesteld door een Europese werkgroep ADN-vragencatalogus onder de vlag van de UNECE (United Nations Economic Commission for Europe). In totaal zijn er circa zeshonderd vragen die eventueel iedere twee jaar worden aangepast door deze werkgroep. De aanpassingen betreffen vooral aanscherpingen ten behoeve van de veiligheid en technische innovaties.
Voor elk Basis-examen worden bij het CCV (CBR divisie CCV) dertig vragen automatisch geselecteerd. Hierna worden deze vragen in een ADN-examencommissie van het CCV gecheckt op eventuele doublures en/of fouten. Het CCV heeft dus geen enkele invloed op het aanbod van de vragen. De cesuur is redelijk streng. Van de dertig multiple-choice vragen moeten er vijfentwintig goed beantwoord zijn. De druk is mede hierdoor groot. Een goede voorbereiding is cruciaal. De training ter voorbereiding op het examen duurt vijf dagen en dit wordt vaak nog als te kort ervaren. De cursisten beseffen het belang van de cursus en haken niet af, maar de informatieverwerking is veel. Bij de Maritieme Academie in IJmuiden gaat gelukkig het slagingspercentage gestaag omhoog. In 2014 is van de kandidaten die voor de eerste keer opgingen voor het examen ‘ADN combinatie drogelading/tankscheepvaart’ 78% geslaagd (landelijk bedraagt het percentage 52% -bron CBR/CCV) en van de kandidaten voor de ADN Herhaling is 86,2% geslaagd (landelijk 67%).

Training naar het examen
De cursusduur is vijf dagen. Deze termijn is wettelijk verplicht. Om de slagingskans te vergroten heeft de Maritieme Academie voor de reguliere opleiding extra dagen ingelast als introductie op de vijfdaagse cursus. Bij de vijfdagen cursus is 100% aanwezigheid verplicht. Vooral het juridisch/technisch aspect wordt als ingewikkeld ervaren en daarnaast vindt men de vraagstelling tijdens het examen ‘complex’. Begrijpelijk dat achteraf de opluchting groot is wanneer de bevoegdheid is gehaald. Waar Genis Brand (docent ADN bij de Maritieme Academie IJmuiden) met name op hamert is:
1. bewustzijn veiligheid
2. situatiebewust
3. handelen naar de situatie
4. eigen gedrag
5. beroepshouding
6. professionaliteit
Het examen wordt tot nu toe na afloop van de cursus afgenomen op de school in aanwezigheid van een afgevaardigde van het CCV. Na afloop worden de examens snel gescand en volgt een voorlopige uitslag. Per 1 juli 2015 gaat dit helaas veranderen. De examens worden dan afgenomen op een locatie van het CCV ergens in het land. De herhalingsexamens mogen nog wel op de school zelf worden afgenomen. ‘Dit is minder gunstig. Nu kan het een aantal dagen en misschien weken duren voordat het examen gemaakt kan worden. Bovendien moet naar een andere bestemming gereisd worden. Beter is om het direct na de cursus te doen. De kandidaten zijn nog niet afgeleid door onderwerpen die niet met ADN te maken hebben’, aldus Genis Brand.
truus den hartog
info@routard.nl
0611010357

De berging van de Waldhof
Duwschip Amalia behorende bij het opleidingenschip Máxima van de Maritieme Academie, VMBO trainingsschip Praktijkvaardigheden gevaarlijke stoffen.