Zeilende chartervaart ligt demonstratief voor Pampus

Een onvoorziene storm

Het jaar 2020 zag er veelbelovend uit voor de chartervloot van historische zeilschepen. De schepen piek fijn in orde gemaakt tijdens de wintermaanden, klaar voor het komende seizoen dat voor het grootste deel was volgeboekt. Totdat Covid-19 roet in het eten gooide met als gevolg dat de zeilvloot stil kwam te liggen en de inkomsten stopten. Tijd voor actie om een ieder te doen beseffen dat zonder noodfonds de zeilvaart gedoemd is te verdwijnen.

Op 9 juni lagen zo een 152 historische zeilschepen voor anker voor het eiland Pampus, zoals in vroeger tijden. Een trotse vloot die zich van haar mooiste kant liet zien op een historische plek. Het is algemeen bekend: Nederland heeft de grootste vloot met historische zeil- en motorschepen ter wereld. Duitsland weet het en zij komen in grote getale genieten van een zeilervaring in Nederland. Vaak in groepen (ongeveer 80%),  maar ook individueel of als gezin. Delegaties van bedrijven en schoolklassen stappen aan boord en leren dat een ieder gelijk is zonder onderscheid te maken. En nu liggen zij stil. Actie voeren zit niet echt in het bloed van de charterschippers, maar het water staat aan de lippen. De hoge nood bracht de schippers samen. Om precies 14 uur klonk de scheepshoorn van de Grote Beer, gevolgd door twee stoten van alle schepen tezamen. Een noodkreet die doordringend over het water klonk.    

Irene Toxopeus  schipper op de Nirwana

Het waren ooit vrachtschepen die zeilend door Nederland voeren. Totdat het varen met de motor zijn intrede deed. De masten en zeilen gingen eraf en de motor kwam erin. Zo is het ook gegaan met de Nirwana, gebouwd in 1910 en tot 1943 vrachtschip met zeilen. Toen is de motor erin gezet en heeft het schip tot 1991 gediend als vrachtschip. Totdat de ouders van Irene Toxopeus het schip kochten en er weer een zeilend schip van gemaakt hebben. Irene Toxopeus is nu schipper/eigenaar.  Op de Nirwana gaan 26 gasten mee. Irene vaart met een matroos en de gasten koken meestal zelf. Toxopeus vertelt enthousiast over haar werk: “Wanneer de mensen aan boord komen maken we afspraken wat zij willen en dan afhankelijk van het weerbericht wordt een plan gemaakt. Het is een groepsgebeuren. Onze gasten zijn zeer divers in leeftijd en achtergrond. Iedereen kan aan boord stappen en meedoen van jong tot oud en van arm tot rijk. Veruit het grootste deel van de gasten komt uit Duitsland. Vorig jaar hebben wij met de afdeling chirurgie gevaren van een groot ziekenhuis uit Keulen van de laborant tot de chirurg. Herr Doktor was na het weekend gewoon Hans. De Duitse adel is eens aan boord gestapt voor het jaarlijkse uitje, maar ook een groep kinderen die geen vakantie kunnen betalen en door een Duitse stichting een week aan boord aangeboden kregen. En schoolklassen komen veel aan boord. De begeleiders zeggen dan aan het eind van de reis: ‘Dit hadden we eerder moeten doen. Zo leren ze elkaar kennen.’ Aan boord zijn de verhoudingen anders. Op school is de bink degene met de mooiste brommer, aan boord is dat anders. Dan gaat het om initiatief nemen.”

Onderhoudskosten

“De kosten voor het in stand houden van de schepen zijn hoog,” licht Toxopeus toe. “Het is soms specialistenwerk dat in Nederland nog gedaan kan worden. Duitse historische zeilschepen weten dat ook en komen naar Nederland voor reparaties. Daarbij komt de verzekering, het havengeld, de jaarlijkse kosten van de certificaten die vernieuwd moeten worden en in vele gevallen de aflossing van de hypotheek. Worden de certificaten niet verlengd dan betekent dat het einde voor het varende schip. Dit mag niet gebeuren. De pittoreske havens aan het IJsselmeer en aan de Waddenzee verliezen de bedrijvigheid van schepen en opvarenden. Het ambacht van het touwwerk en specifiek onderhoud gaat verloren. Het komt niet meer terug. Schepen zullen verdwijnen naar de sloop of naar het buitenland waar de regels minder streng worden toegepast. We gaan ervoor strijden dat dit doemscenario stopt.”

De Spes Mea met schipper Klaas Bosch

De Spes Mea van Klaas Bosch is een tjalk uit 1902 met een lengte van 26 meter en een zeiloppervlak van 240 m2, waar 20 personen aan boord gaan. Piratentochten is de specialiteit met ouders en kinderen of grootouders met kleinkinderen aan boord. De kinderen gaan schat zoeken, terwijl ouders en/of grootouders kunnen gaan fietsen of een museum bezoeken. Een begeleidster gaat mee om de kinderen te vermaken. “Een mooi moment is wanneer de zeilen staan en de motor afgezet kan worden,” vertelt Bosch, “dan gaat er een zucht door het schip. De mensen brengen wij in de natuurgebieden, waar je normaal gesproken niet makkelijk kan komen. We organiseren ook senioren reizen met kok. De Blues Cruise van Harlingen naar Terschelling met bluesbands aan boord is een jaarlijks terugkerend fenomeen. Met vrienden en familiegroepen zeilen we vaak in de weekenden.”

Hoe is de bereidheid om een manifestatie te organiseren begonnen?

“Het is vier weken geleden ontstaan op facebook”, verklaart Bosch het initiatief tot de organisatie van deze manifestatie. “We zitten met een aantal schippers in een facebookgroep. Iedereen was aan het mopperen, maar zo kom je niet verder. We moeten op de barricade en bij voorkeur onder de naam De Hollandsche Zeilvloot. In normale omstandigheden is iedere schipper individueel bezig. Nu komen we onder één naam, als één vloot naar buiten voor Pampus. Er is voor gekozen er geen publieksevenement van te maken maar een media evenement. Hester Ozinga is het contact met de  media aangegaan. Het is een kleine markt in vergelijking met de reiswereld en onze budgetten zijn beperkt. Er is een petitie gestart met nu al 15000 handtekeningen  die op het Binnenhof wordt aangeboden. Hoe we dat gaan doen weten we nog niet. Misschien gaan we wel in de Hofvijver liggen. We varen met mensen en willen positief overkomen en positieve aandacht genereren. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje in zwaar weer. We vallen onder de TVL-regeling (Tegemoetkoming Vaste lasten) en het is nu aan de politiek om  op basis van de omzet en de vaste lasten de tegemoetkoming vast te stellen.”

Cockie Schilperoort Tjalk Verwisseling

De tjalk Verwisseling met schipper/eigenaar Cockie Schilperoort ligt nu ook voor anker. Op het achterdek van het de mooie tjalk vertelt Schilperoort: “Waarschijnlijk kan tot 1 september niet gevaren worden met passagiers. De korting op de verzekeringspremie scheelt iets, maar zodra je gaat varen wordt dat weer opgeschroefd. Zelfs met gezinnen varen gaat niet. Tijdens een manoeuvre staan we met 6 man op een klein achterdek om de grootschoot, de zwaarden, de bakstagen  en het roer te bedienen. Ik heb het schip op  diverse sites voor vakantiehuisjes  gezet. De boekingen druppelen binnen tegen andere tarieven dan wanneer gevaren wordt. Wat ik nu in een week aan omzet draai was anders per dag. In ieder geval kunnen de mensen van het schip genieten. Ik lig tegenover het Muiderslot. Gezinnen die tot één huishouden behoren mogen het schip als vakantieverblijf gebruiken. Vriendengroepen aan boord mag ‘nog’ niet in Nederland. In het buitenland gelden andere regels, daar mag het wel. Bij overtreding geldt een boete in Nederland van € 4000 voor de schipper en per persoon nog eens € 400. Het noodsignaal moet opgepakt worden in Den Haag!“

BBZ , vereniging van de beroepschartervaart

En natuurlijk was ook de BBZ aanwezig, de belangenbehartiger van de historische chartervaart, zeil- en motorvaart. “In de meer dan  40 jaar van hun bestaan is dit wel het dieptepunt”, verzuchtte Paul van Ommen. De hele vloot is erdoor getroffen. In een klein bootje vaart het bestuur tussen de schepen van de vloot door met een bemoedigend woord voor iedereen. Paul van Ommen, directeur, Pam Wennekes en Brenda van den Broeke, beiden beleidsmedewerkers doen verslag van de lastige situatie waarin de historische zeil- en motorvloot verkeert. Wennekes is bezorgd maar positief over de uiteindelijke oplossing en redding van de vloot. “Wat zit eraan te komen en wat kunnen we doen om de belangen zo goed mogelijk te dienen? We zijn een lobbyorganisatie en werken veel met overheden. Dus dreigt er een brug te sluiten die de belangen van de zeilvaart schaden dan komen wij in actie. Wij ondersteunen de schippers met het noodzakelijke papierwerk en de contracten, die moeten voldoen aan de juridische eisen. Voor iedere categorie gelden weer andere voorwaarden. Het is geen vakbond maar een branchevereniging voor de hele sector. Voor zo een kleine sector hebben wij het goed geregeld.”

Morgenster

De Morgenster is in 1919 gebouwd als de Scheveningse haringlogger 324. In 1927 is de motor erin gezet en is ze verlengd. Met een verleden van haringlogger tot sportvisser leek er na haar etherpiraterij een einde aan te komen. Harry Muter haalde het schip in 1983 bij het entrepotdok in Rotterdam weg en bracht haar naar Zijkanaal B bij Spaarndam. Dit was een project dat het echtpaar Muter heeft opgepakt. Na intensieve verbouwing en met een nieuwe boeg is ‘t het schip geworden wat het nu is: een clipperbrik, een tweemaster met een stoere uitstraling. Zij kwam in 2008 weer in de vaart met alle nodige papieren. Met 10 vaste bemanningsleden en de mogelijkheid voor 36 trainees uit allerlei verschillende landen is de Morgenster een begrip in de recreatieve zeezeilvaart. Zij varen zomer en winter en zijn twee jaar tevoren volgeboekt. En nu ligt het stil. Harry Muter wacht rustig af tot de bui over is. “Dit jaar waren wij in Zuid-Frankrijk Cape d’Agde en we waren op weg naar Sète maar dat is niet meer doorgegaan. Toen maar terug naar Nederland. We houden het wel vol. Het is de bedoeling dat mijn compagnon Jakob Fremgen mijn taak mettertijd gaat overnemen. Dat doet hij nu al geregeld. Ik heb vertrouwen in de toekomst.”

Tweemastklipper De Hester met schipper Luca Spano

Luca Spano van ‘De Hester’ vaart vaak en graag met jongeren. De Hester is een tweemastklipper van 1898 waar 36 mensen aan boord kunnen gaan. Meestal organiseert Spano piratenreizen op het Wad. “We maken het spannend en de kinderen zijn constant bezig. Wanneer we varen helpen zij mee met hijsen en het aanhalen van de zeilen. En wanneer we voor anker liggen of droogvallen dan zijn er kano’s, surfplanken en ander materiaal of zij kunnen zwemmen. Na een week gaan zij moe maar voldaan van boord.” Spano begon te zeilen op 10-jarige leeftijd, dat hij zichzelf heeft aangeleerd. Tijdens een stage aan boord van de Stedemaeght van Jan-Allard Slurink heeft het virus van de historische zeilsport hem te pakken gekregen. “Dat wil ik ook”, en toen hij twintig jaar was heeft hij De Hester gekocht. Dat is twee jaar geleden. Spano vertelt over zijn droom en passie: “We hebben twee mooie jaren gehad op het IJsselmeer en de Waddenzee. Nu mogen we niks meer. Het personeel heb ik moeten ontslaan. Daar was wel begrip voor. Meestal varen we met schoolkinderen tussen de 12 en 17 jaar. Pubers zijn dwars en roepen eerst: ‘we willen naar Rome of Parijs’, maar dan geeft de matroos de dekuitleg en leert een paar knopen aan en gaan de zeilen omhoog. Dat is een kwestie van samenwerken en zie je al wat dat doet met een groep. Eerst groepjes bij elkaar en aan het eind is het één grote groep geworden. We hebben kanos, kleine zeilbootjes, motorbootjes en een banaan aan boord. We doen veel met fun. Mijn favoriete vaargebied is het Ketelmeer bij de thuishaven Kampen.” Spano hoopt in ieder geval dit jaar kostendekkend te zijn en het volgend jaar weer op te pakken om weer lekker te gaan varen en misschien in de toekomst een tweede schip te kopen. Spano laat zijn hart spreken: “Het ziet er zo gaaf uit. Hier ben ik zo trots op. Er is nu veel contact met de andere schepen. We moeten elkaar erdoorheen zien te trekken.”

‘Red de Hollandsche Zeilvloot’, ondersteund door BBZ en HISWA-RECRON

De saamhorigheid van deze manifestatie is indrukwekkend. Het ministerie kan er niet omheen. Er zijn Kamervragen gesteld door Hilde Palland-Mulder, Wytske Postma en Lenny Geluk-Poortvliet, allen van het CDA aan de ministers Wiebes en van Engelshoven. De petitie met 25000 handtekeningen zal worden aangeboden aan boord van het zeezeilschip  Europa dat ligt afgemeerd in Scheveningen aan leden van de Tweede Kamer. De brief van 17 gemeentes rond de Wadden en het IJsselmeer gericht aan de ministers Wiebes en van Engelshoven is een duidelijk signaal van de gevolgen van corona voor de historische vloot. Eén succes is er al: de SBI-code van de zeepassagiersvaart is nu ook opgenomen op de lijst van getroffen sectoren. Dit was al het geval voor de binnenvaart. Op de dag van de manifestatie om 2 uur klonken de scheepshoorns: Save Our Souls is nu even Save Our Ships. Een kreet die uit de grond van de harten van de schippers klinkt.

Truus den Hartog 

Binnenvaart – steeds méér Europa

Art. Scheepvaartkrant week 30/31

EDINNA, STC-IN, iedereen heeft er wel van gehoord. Het gaat over de harmonisering van de opleidingen binnenvaart in Europa en dat is een langdurig proces. Het begon met de oprichting van EDINNA in 2009. In het ´Memorandum of Understanding´ is de samenwerking tussen de toen 11 Europese binnenvaartopleidingen – intussen 26 – bezegeld. Acht jaar is samen met de sociale partners, rivieren commissies en EU lidstaat autoriteiten, gewerkt aan het tot elkaar komen in de visie op inhoud van de opleidingen voor schipper, kapitein en matroos. In december 2017 is uiteindelijk het Juridisch kader vastgesteld van de EU Richtlijn 2017/2397 en goedgekeurd door het Europees Parlement.

Implementatie

Nu is het echte werk begonnen. In januari 2022 moet de Nieuwe Europese Richtlijn met de competenties op Operationeel en Management Niveau zijn ingevoerd. Vanaf dat moment geldt dezelfde Europese standaard, vastgelegd in het kwalificatiedossier voor de Schipper,  Kapitein en Matroos Binnenvaart. De geslaagde ontvangt een ‘Union Certificate’ of Unie Certificaat dat in geheel Europa geldig is. De grootste verandering is de wijze van toetsen. Wat is geleerd wordt zowel theoretisch als praktisch getoetst, op een gecertificeerd schip of op een simulator die aan alle door de Europese commissie vastgestelde eisen voldoet. Wat de leerling kent moet hij ook kunnen!  Voor het Groot Vaarbewijs is nu een theorie-examen nodig en vaartijd. De theorie wordt getoetst, de vaartijd kan ook breiende aan boord van een erkend leerbedrijf worden doorgebracht. Het CCV kent  een verkorte route via praktijkexamens matroos en schipper. De reguliere opleidingen aan de onderwijsinstituten kennen al langere tijd naast theorie ook praktijkexamens. Beide leerwegen moeten worden aangepast en dienen in 2022 te voldoen aan de nieuwe Europese standaarden.

Struikelblokken

De 26 landen aangesloten bij EDINNA zijn nu op één lijn gekomen. Er zijn afwijkingen. EU lidstaten met vaarwegen, die geen aansluiting hebben met een vaarweg van een andere lidstaat, mogen nationale vaarbewijzen blijven afgeven. Deze zijn echter niet geldig op ander EU vaarwegen. Een vaarweg met een extra veiligheidsrisico, waarvoor het nodig is dat schippers extra competenties moeten hebben kan via een verzoek bij de EU commissie als zodanig ingedeeld worden. De binnenvaart onderwijsinstituten zitten dan wel op één lijn, maar de communicatie naar de ministeries loopt niet altijd vlekkeloos. Zo was in Polen het ministerie niet bekend met de Nieuwe Richtlijn en moest de school hard aan de slag om allen op de hoogte te brengen. Tenslotte is de uiteindelijke goedkeuring en handhaving de verantwoordelijkheid van het ministerie. Je hebt steeds met twee ministeries te maken: het Ministerie van Onderwijs en van Infrastructuur en Transport. Dat maakt het soms lastig de juiste aanspreekpunten te vinden.

Nu nog de bijlagen met de standaarden

Het laatste werk is de uitwerking van de annexen of bijlagen. Daar is het Europees comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart, CESNI1 , hard mee bezig. CESNI bestaat uit een aantal werkgroepen. De werkgroep voor beroepskwalificaties, voor technische voorschriften algemeen, voor technische voorschriften voor passagiersschepen. Zij komen regelmatig bijeen meestal in het Palais du Rhin in Strasbourg. Op 8 november dit jaar is het Europees comité in Praag bijeen en staan o.a. de standaarden voor binnenvaart bemanningen ter goedkeuring op de agenda.

Riverspeak

Al jaren wordt gediscussieerd over een gemeenschappelijke taal op de binnenvaart, zoals in de zee- en luchtvaart al lang gebruikelijk is. ‘ Maar’, volgens Rob van Reem ‘één gemeenschappelijke taal bleek een brug te ver. Hoewel het aandeel van Nederland in de binnenvaartvloot het grootst is, is dat in politiek opzicht en besluitvorming niet het geval. Dan zijn o.a. lidstaten als Duitsland en Frankrijk zwaargewichten. Er zijn echter wel de eerste stappen gezet door in de competenties op OL en ML niveau de “standard communication phrases inland navigation” op te nemen. Tevens is er voor de deskundige passagiersvaart een eis “basiskennis Engels” opgenomen. Ik beschouw dit onderwerp als een generatie probleem. Jongeren hebben minder moeite met Engels. Gezien de personeel problematiek en het minder gemakkelijk overnemen van binnenvaartbedrijven door jongeren blijft de oudere generatie maar doorgaan wat uiteraard op de lange termijn geen oplossing is.’

Het bestuur van EDINNA

EDINNA wordt al sinds de oprichting gedragen door twee zeer gedreven en enthousiaste krachten, te weten Rob van Reem (voorzitter) en Arjen Mintjes (secretaris/penningmeester). Volgend jaar mei loopt  de officiële termijn van de functie in het Dagelijks Bestuur ten einde. De belangrijkste stappen naar een veilige en gestandaardiseerde Europese binnenvaart zijn genomen. Op de schouders van de opvolgers komt de schone taak de competenties compleet te maken en vervolgens bekrachtigd door de lidstaten. Van Reem en Mintjes zijn zo intensief betrokken geweest bij het hele proces dat het moeilijk is afscheid te nemen. Van Reem hoopt wel als adviseur verbonden te blijven aan de afronding van de competenties. Wie het DB op zich gaat nemen na mei 2019 is nog niet bekend.

Secretariaat beheer

Jaap Gebraad is degene die vanaf het begin van de oprichting van EDINNA op de achtergrond de belangrijkste stimulerende kracht was. Hij is trots op wat er bereikt is in Europa op het gebied van wetgeving voor de binnenvaart. Nu staat er een andere uitdaging te wachten. Hij maakt op 13 augustus a.s. de stap naar Brussel en gaat naar SEA Europe dat de scheepsbouw en de maritieme toeleveranciers vertegenwoordigt. Harm Bergsma (coördinator/docent binnenvaartkunde STC) neemt het van hem over in samenwerking met Jörn Boll (coördinator/docent binnenvaart Maritieme Academie Harlingen).

De stap die Jaap Gebraad gaat maken naar Director Research & Development Affairs is een richting die dynamisch bezig. is. Ten eerste staat het emissieloos varen op de agenda. Hiervoor is veel onderzoek vereist naar de beste oplossingen. Bij nieuw te bouwen schepen is het van belang de

1 Comité européen pour l’élaboration de standards dans le domaine de la navigation intérieure

toekomstige eisen aan uitstoot mee te nemen in het ontwerp. Dit geldt zowel voor de zeevaart als debinnenvaart. Ten tweede de digitalisering van de logistieke keten. Het ‘internet of things’ dat al toegepast wordt in de Haven van Rotterdam. De overslag van zeeschip naar binnenvaart staat zo geprogrammeerd dat geen onnodig tijdverlies kan optreden. ‘Blockchain’ is nog zo een term uit de gedigitaliseerde logistiek. Vanaf het moment dat het product de fabriek, atelier of wat dan ook verlaat wordt het gecodeerd en op een beveiligde internetomgeving gezet. Hierin komt de reis van het product van fabriek naar afnemer van moment tot moment te staan. Op deze manier kan de schipper het product volgen en de reis erop afstemmen. Zo kan efficiënter gewerkt worden en behoort tijdverlies tot het verleden.

De laatste daad van Jaap Gebraad bij EDINNA is het indienen van de aanvraag bij de  Europese Commissie van € 1 miljoen subsidie voor de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal te verdelen onder de Europese binnenvaartscholen. Het lesmateriaal gebaseerd op de Nieuwe Richtlijn moet tijdig gereed zijn om in 2022 de eerste Unie Certificaten te kunnen uitgeven. Vaarbewijzen en Rijnpatenten uitgegeven voor januari 2022 blijven nog tien jaar geldig.

truus den hartog / routard